Analecta et Additamenta.
357
wantschap vertoonen met kleine Egyptische vaasjes der oudheid in het muséum te
Cairo (zie afb. 2).
Het was misschien in Egypte, dat het glasblazen ontstaan is en in de litteratuur
van den Romeinschen tijd vinden we verwijzingen naar het werk van Egyptische glas-
blazers. Het glasblazen moet in een zeer vroege période in Egypte zijn beoefend.
Sommige afbeeldingen op de wanden van Egyptische graven zouden voorstellingen
kunnen zijn van den arbeid van glasblazers. Wanneer en waar de kunst van het glas-
Afb. 1. Atjèhsche glazen kruikjes — ware grootte — omstreeks 1915 in Kota Radja
(gampong Djawa) opgegraven door F. W. Stammeshaus. Thans in de museum-collectie
van het Indisch Instituut, Amsterdam, Afd. Volkenkunde, Serie 674/898.
blazen werd uitgevonden, is een onopgelost probleem. Uit een passage in een van Seneca’s
werken blijkt, dat het glasblazen in zijn tijd als een moderne uitvinding werd beschouwd.
Plinius spreekt terloops van het beroep van kunstenaars te Sidon, die de beroemdste
glasblazers waren in de Romeinsche wereld. Het verhaal, dat Phoenicische handelaren
onder hun kookpotten die op blokken natron geplaatst waren een glasachtige substantie
vonden, behoeft niet zonder meer naar het rijk der fabelen te worden verwezen.
Het vuur kan een vermenging teweeg hebben gebracht van natron en zand en
zoodoende silicaat van soda hebben gevormd. In ieder geval kan veilig worden
aangenomen, dat het glasblazen het eerst werd beoefend in het Oostelijk gedeelte van
het Middellandsche zeegebied, hetzij in Egypte, hetzij in Phoenicie, de twee voornaamste
centra van deze industrie.